Tips voor het scheiden en verminderen van je afval
Er wonen behoorlijk wat mensen in Nederland en al die mensen samen produceren een enorme hoeveelheid afval. Dat is logisch, maar het is ook jammer. Afval is namelijk niet goed voor het milieu en kan, wanneer het verkeerd wordt verwerkt, erg schadelijk zijn. Het is daarom belangrijk dat je goed je afvalproductie in de gaten houd en dat je je afval op de juiste manier scheidt. Zo zorg je ervoor dat het grootste deel van het afval gerecycled kan worden en draag je bij aan een beter milieu.
Weet wat in welke bak mag
De beste tip voor het scheiden van afval is simpelweg ervoor zorgen dat je ook weet welk afval in welke afvalbak mag. Ga dus eens goed na wat er nu precies in die gft-bak mag en wat je bij plastic weg moet gooien. Zijn er spullen waar je over twijfelt, vraag dat dan even na bij je gemeente of zoek het grondig op. Als je dit gemakkelijk vergeet, kun je voor iedere prullenbak een lijstje maken en dat erop plakken. Zo kun je in één keer zien wat in welke afvalbak mag. Heb je afval dat je niet kunt scheiden? Dan kun je dat in een Renewi restafval container gooien.
Let op wat je koopt
Afval begint al bij het kopen van producten. Ben je in de supermarkt, kijk dan eens naar de verpakkingen. Zoek spullen die niet in plastic verpakt zijn, of die minder verpakking hebben. Koop bijvoorbeeld drie losse paprika’s dan een in plastic verpakte bundel. Koop ook alleen wat je echt nodig hebt. Wist je dat we jaarlijks gemiddeld 490 kilo afval per persoon produceren? Dat is natuurlijk enorm veel. Door enkel te kopen wat je nodig hebt, kun je dat drastisch verminderen. Maak daarom een weekmenu en een boodschappenlijst. Door te plannen weet je immers precies wat je nodig hebt en koop je niets te veel.
Weggooien of bewaren?
Lege glazen potjes, of een pakje kaas dat al een paar dagen over de datum is. Het zijn allebei dingen die je misschien snel weg zou gooien. Zonde, want het potje kun je misschien nog ergens anders voor gebruiken en de kaas is misschien nog wel hartstikke goed. Zeker voor voedingsmiddelen geldt: kijk, ruik en proef voordat je het weggooit, misschien kun je er nog wel een paar dagen van eten!